Ligging :
Beenslag :
Combinatie :
Opmerking :
|
Op de buik
Schoolbeenslag, de grootste stuwbeweging van de zwemslag
Semi-kort
In Nederland de eerste zwemslag die wordt aangeleerd
|
Inleiding
De armslag
De beenslag
De combinatie
De ademhaling
Veel gemaakte fouten bij het schoolslag zwemmen
Inleiding
Schoolslag is allereerst een discontinue slag; de verplaatsing is
schoksgewijs. Het is in Nederland de eerste slag die wordt geleerd. Schoolslag is tegenwoordig
niet meer de slag die sterk diploma-eisend is. Het zwem ABC stelt ook vele andere eisen, zoals:
- Rugcrawl,
- Borstcrawl,
- Draaien,
- Drijven,
- Onder water gaan etc.
Schoolslag is de langzaamste slag van de wedstrijdslagen. Maar het is een slag dat het meest
gereglementeerd is!
De armslag
De functie van de armslag bij een goede schoolslagzwemmer is primair stuwend.
Bij beginnende zwemmers zie je dit nog niet: de armen worden gebruikt om het hoofd boven water te
houden door steun te zoeken op het water. De schoolslag armslag is de enige armslag waarbij de
contrafase (de fase waarin de handen en armen tegen de zwemrichting in worden bewogen) onder water
plaatsvindt. De armen en handen komen tijdens de gehele slag niet boven het water uit, wat natuurlijk
een hoop weerstand geeft.
De armslag kunnen we onderverdelen in een aantal fases:
- Uitgangshouding
- Glijfase
- Trekfase
- Duwfase
- Contrafase
Bij de armslag zien we een groot aantal individuele verschillen; smaller of juist breder uitvoeren
van de stuwbaan, de lengte van de stuwbaan en de diepte van de trekfase.
Uitgangshouding:
De uitgangshouding bij de schoolslag is liggend op de buik met de ellebogen gestrekt en de handen
naast elkaar, met de handpalmen naar beneden gericht, net onder de waterspiegel. Zowel de ledematen
van de benen als van de armen zijn gestrekt. Het hoofd is ongeveer op de oorlijn tegen de bovenarmen
(zie afbeelding).
Glijfase:
De glijfase is de uitloop van de uitgangshouding en is tevens het moment waarin de benen de gelegenheid
krijgen de stuwende fase te voltooien. In de fase zoeken de handen naar grip op het water.
Trekfase:
Net voor de trekfase zullen de armen naar binnen gedraaid worden zodat de trekfase met naar binnen
gedraaide ellebogen zal aanvangen. De armen zullen tegelijkertijd schuin zijwaarts naar beneden bewegen.
Bovendien zal er een achterwaarts gerichte beweging met de armen plaatsvinden. Er wordt wel gezegd dat
de trekfase duurt tot het moment dat de zwemmer met zijn naar voren gerichte blik zijn pinken niet meer
kan zien.
Duwfase:
De trekfase gaat over in de duwfase wanneer de armen iets voor de schouders zijn. (Bij de andere slagen
is dit recht onder de schouder.) De handen en ellebogen worden naar elkaar gebracht waarbij de handen
nog steeds een leidende rol hebben. De ellebogen worden snel aangesloten en de handpalmen zullen naar
elkaar toe worden gedraaid.
Contrafase:
Langzamerhand zullen de handen naar voren worden gebracht. Dit gebeurt op het moment dat de ellebogen
bijna tegen de romp komen. Tijdens deze contrafase, waarin de ellebogen weer gestrekt worden en de
handen met de handpalmen naar benden gekeerd worden, wordt een begin gemaakt met de beenbeweging.
De beenslag
Bij de schoolslag is de beenbeweging de voornaamste stuwingsfactor. Het stuwvlak bestaat uit de
binnenzijde van de enkel en de voetzool en binnenzijde van het scheenbeen. In het algemeen is
de 2-tak beenslag de meest gebruikte wedstrijdbeenslag. De bewegingsrichting zal zoveel mogelijk
achterwaarts en zo min mogelijk zijwaarts dienen te zijn. De beenslag kunnen we grofweg in drie fases
indelen. Voor het gemak noemen we deze fases:
De uitgangshouding is net als bij de armslag een bijna horizontale, gestrekte ligging waarbij de
benen gestrekt en gesloten zijn.
Fase 1:
In deze eerste fase worden de benen gebogen of ingetrokken. De hielen bewegen hierbij richting het
zitvlak ("hakken naar de billen"). De voeten blijven naar achteren wijzen. De knieën
gaan wat uit elkaar, maar blijven zoveel mogelijk binnen de stroomlijn van het lichaam. De fase
kunnen we ook wel de contrafase noemen, aangezien de beweging tegen de zwemrichting in verloopt.
Fase 2:
De onderbenen en de voeten worden in deze fase als het ware "open" gezet. De voeten zijn
dan bijna bij het zitvlak. De voeten worden opgetrokken en naar buiten gedraaid. De voeten bewegen
tevens naar buiten zodat er een soort W-houding ontstaat.
Fase 3:
De naar buiten gerichte voetbeweging wordt nu met een draai naar achteren gericht, waarbij de benen
krachtig worden gestrekt en gesloten. Tijdens deze rondgaande beweging gaan de voeten verder naar
buiten dan de knieën. De contrafase (het intrekken van de benen) verloopt langzaam tot de W-stand;
er treedt een duidelijke versnelling op tijdens de sluitfase. (de stuwfase).
De hierboven beschreven beenslag wordt tegenwoordig veel gezwommen en staat ook wel bekend onder
de naam: Whip-Action door de zwiepende uitvoering. Vroeger werd de beenslag uitgevoerd
als: intrekken, spreiden, sluiten, waarbij de stuwing gedacht werd plaats te vinden door het krachtig
dichtdoen van de gestrekt-gespreide benen. Die techniek werd dan ook wel de Wedge-Action
genoemd en is dus nu achterhaald.
De combinatie

Het belangrijkste kenmerk van de samenwerking van de armen en de benen is, dat de armslag
vooruitloopt op de beenslag. De slag wordt begonnen met de armslag. De benen worden pas gebogen
als de armen aan de strekfase beginnen. De strekking van de armen zal eerder voltooid zijn dan
de strekking van de benen. Daarmee vallen de beide contrabewegingen (dus zowel van de armen als
van de benen) nagenoeg samen, hetgeen terugval in de snelheid betekent en de verplaatsing
discontinue maakt.
De ademhaling
Doordat tijdens de trekfase de schouders boven het water komen, is dit het geschiktste moment om in
te ademen. Met name door het krachtig aansluiten van de bovenarmen tegen de romp komen hoofd en
schouders omhoog, waardoor een geringe hoofdheffing voldoende is voor de inademing. De uitademing
moet geleidelijk plaatsvinden tijdens de strekfase van de armen. De uitademing vindt plaats door
de mond en de neus. Doordat de uitademing plaats vindt in het water wordt de horizontale ligging
zoveel mogelijk gehandhaafd.
Veel gemaakte fouten bij het schoolslag zwemmen
- De ligging is onvoldoende horizontaal, door een te hoge hoofdhouding
- De ligging is geen zuivere borstligging, doordat het hoofd scheef gehouden wordt
- De armslag is te groot
- De armslag wordt uitgevoerd met gespreide vingers
- De ellebogen worden onvoldoende aangesloten
- Er is geen glijfase / uitdrijffase
- De beenslag is een wreefslag, waarbij de stuwing wordt gezocht met de wreven
- De beenslag is een drie-tak beenslag
- Rijden, waarbij de knieën onder de buik worden getrokken
- Schaarslag, waarbij de benen a-symmetrisch bewegen
- Te weinig tempoverschil tussen contra- en stuwbeweging
- Het tegelijk inzetten van de arm- en beenslag
- De ademhaling is onregelmatig
- De uitademing is onvoldoende, waardoor overvulling van de longen ontstaat
|